Lakenvelders

We hebben heel bewust gekozen voor Lakenvelderrunderen. Een oud Hollands ras dat niet te groot en niet te zwaar is en dat met een degelijke grasmat het jaar rond buiten kan blijven.

Kalveren bij de kudde Lakenvelders hebben een rustig, zachtaardig karakter en kunnen goed zelfstandig afkalveren, wat gewoon in de wei plaatsvindt. De kalveren van de Koeien van Jelle blijven ongeveer negen maanden bij hun moeders lopen. Ook de stiertjes , die enkele weken na de geboorte worden gecastreerd, blijven bij de kudde. Aan het eind van de zomer komt er een stier bij de kudde die de koeien op natuurlijke manier bevrucht. Het vee krijgt geen preventieve antibiotica. De lakenvelder is één van de weinige koeienrassen die bij de Slowfoodbeweging hoort.

Fokkoeien Door te fokken met Lakenvelderrunderen en deze daadwerkelijk te gebruiken als vleeskoeien houd je mede het ras in stand. We hebben regelmatig contact met De Vereniging Lakenvelder Runderen, door samen zorgvuldig stieren uit te kiezen zorgen we voor goede instandhouding van het ras.

Levend cultureel erfgoed! In de jaren zeventig van de vorige eeuw heeft het Lakenvelderras op het punt van uitsterven gestaan, mede door de schaalvergroting van de landbouw die na de oorlog inzette . Er waren nog maar slechts tweehonderd stamboek Lakenvelders in Nederland. Gelukkig zijn we dat punt inmiddels voorbij en wordt er weer volop gefokt. Inmiddels zijn er weer zo’n 3500 Lakenvelders.
De Lakenvelder is al enkele eeuwen met Nederland verbonden en maakt onderdeel uit van ons levend cultureel erfgoed. De vroege aanwezigheid van Lakenvelders in Nederland wordt bewezen door een prent van Francois Rijckals uit 1642 waarop een Lakenvelder koe is afgebeeld in een Zeeuws landschap.

(Bron: ‘De Lakenvelder, niet uit het veld te slaan’ door Reurt Boelema)